U bent hier

Update uit onze gebiedsontwikkeling in de Ooijse Graaf

19-06-2023|DOORARK Rewilding Nederland

Naar aanleiding van een kritisch bericht in De Gelderlander (13 juni jl.) vinden we het belangrijk om de keuzen en werkwijze van ARK Rewilding Nederland in de Ooijse Graaf goed uit te leggen. Meer over onze gebiedsontwikkeling in dit deel van de Ooijpolder, ten oosten van Nijmegen, leest u hier.
Ooijse Graaf in de Ooijpolder. Illustratie: Jeroen Helmer / ARK Rewilding Nederland

Moerasnatuur versterken en vergroten

Onze inzet in Ooijse Graaf is erop gericht om de moerasnatuur van deze oude Waal-meander te versterken en te vergroten. Het Natura-2000 gebied Ooijse Graaf kan wel een oppepper gebruiken. Haar moerasnatuur wankelt door verdroging en verbossing. Met onze maatregelen brengen we het leven in deze oude rivierloop weer tot bloei door het zo lang mogelijk vasthouden van water (klimaatbuffer) en het verdubbelen van het areaal aan rietmoeras.

We kopen de laaggelegen gronden - inmiddels zo’n 50 hectare - en vormen die om naar moeras. In de afgelopen jaren heeft ARK al zo’n 30 ha. kunnen inrichten. Door deze ingrepen zijn roerdompen en bruine kiekendieven teruggekeerd in de Ooijse Graaf. Een bemoedigende ontwikkeling, die laat zien dat de Ooijse Graaf echt weer een stuk top-riviernatuur aan de Ooijpolder kan toevoegen.

Samenwerking met zandwinbedrijf K3Delta

In één van de vijf deelgebieden van Ooijse Graaf werken we samen met zandwinbedrijf K3Delta om 18 hectare laaggelegen akkerbouwgrond om te vormen naar moerasgebied. K3Delta bekostigt deze 18 ha. door de winning van industriezand op een aangrenzend perceel van dezelfde eigenaar (20 ha). Daardoor werd de samenwerking met de particuliere grondeigenaar mogelijk. Zonder deze samenwerking kan het waterpeil niet worden aangepast en komt er ook geen 18 ha extra moeras.

Door een tiental organisaties zijn zienswijzen ingediend tegen het zandwinproject van onze projectpartner K3Delta. Een fors deel van de kritiekpunten richt zich op de onzekerheden in de omvang, de kwaliteit en het beheer van de te realiseren moerasnatuur. Ze richten zich op die projectdoelen waar juist ARK zich voor weet opgesteld. ARK is blij met de ontvangen input. Wij zetten ons in om op basis van deze punten kwaliteit van beheer, areaal natuur en waterbeheer aan te scherpen.

 

Riet- en kwelmoeras in de Ooijse Graaf. Foto: Lars Soerink / ARK

 

Vraag en antwoord

Op enkele specifieke kritiekpunten uit het krantenbericht willen we nader ingaan en u meenemen in de keuzen en afwegingen die we hebben gemaakt.

Kan het moeras ook zonder zandwinning worden gerealiseerd en gefinancierd?

Helaas niet. De landbouwgronden die geschikt zijn voor moeras zijn particulier eigendom. Er zijn voor deze percelen geen aankoopsubsidies van overheden beschikbaar. De percelen zijn (nog) geen onderdeel van het Gelders Natuurnetwerk. Ook is het bedrijf geen stikstof-uitstoter. En omdat met overheidssubsidies niet méér betaald kan worden dan de reguliere marktwaarde zal de aankoop van deze akkerbouwpercelen de komende jaren geen realistische optie zijn.

Wordt met zandwinning bodemstructuur vernietigd?

In beperkte mate. Net als in grote delen van de totale Erlecomse Polder is het oppervlakkige kleidek afgegraven door de baksteenindustrie. Zo ook het gehele voor moeras en zandwinning te vergraven akkerland. Na de kleiwinning zijn de percelen opgehoogd en gehercultiveerd met zand dat is aangevoerd uit het Wylerbergmeer. De diepere zandige ondergrond (enkele meters onder huidig maaiveld), die door de zandwinning wordt uitgegraven, bestaat uit oudere (pleistocene) afzettingen waarin geen oude rivierlopen liggen.

Zorgt een diepe plas wel voor betere waterhuishouding? Verdroogt het gebied juist niet?

Volgens uitgebreid hydrologisch onderzoek door Witteveen+Bos zorgt de nieuwe plas voor een bufferende werking van de waterstanden. Bij veel neerslag en/of hoogwaters op de rivier lopen de waterstanden minder snel op dan nu en tijdens droge periodes zullen de peilen minder ver wegzakken. De kans op lage voorjaarspeilen en droogval in het broedseizoen wordt kleiner. Overigens is tijdelijke droogval in de nazomer verder gunstig voor de ontwikkeling van riet (verjonging, vertering van stroosellaag). In de diepe zandwinplas vinden vissoorten als kwabaal in tijden van droogte juist een plek om te overleven, wat voor deze soort (en andere soorten) juist weer bijdraagt aan hun (herstel)kansen.

Is inlaat van oppervlaktewater slecht voor het beschermde N-2000 gebied?

Het belangrijkste doel waarvoor de Ooijse Graaf is aangewezen als N2000 gebied zijn rietvogels als Roerdomp en Grote karekiet. Voor de ontwikkeling van rietmoeras waarin deze soorten broeden, is een hoog voorjaarspeil van groot belang. In drogere voorjaren kan water vanuit de bestaande plas worden benut om het waterpeil in het oostelijk deel van het natuurgebied te verhogen. Voor rietmoeras en de beschermde vogels geldt immers: beter wel dan geen water. De kwaliteit van het water uit de bestaande plas is daarbij geen beperking, want de kwaliteit van dynamische rivierbegeleidende rietmoerassen is niet gebonden aan voedselarm regenwater of grondwater-rivierkwel. Sterker, ook in voedselrijk rivierwater ontwikkelt zich rietmoeras (bijv. Tiengeboden in de Ooijpolder en verder stroomafwaarts de Biesbosch).

Waarom is het gebied rond de Kraayenhofplas nog niet opengesteld?

ARK heeft momenteel geen zeggenschap over dit gebied. Wij zullen in ons overleg met de projectpartners blijven aandringen om de toegankelijkheid van het gebied, en de mogelijkheden voor de beleving van de natuur van het gebied te vergroten. De onderlinge afspraak is om dit gebied open te stellen zodra het project start.

Ook de zeldzame Woudaap is alweer gesignaleerd in de Ooijse Graaf.
Ook de zeldzame Woudaap is alweer gesignaleerd in de Ooijse Graaf.

Ontvang ook de nieuwsbrief over Ooijse Graaf

Wilt u op de hoogte worden gehouden van de voortgang van het project en van ontwikkelingen in de natuur van de Ooijse Graaf? Meld u dan aan voor de nieuwsbrief door middel van een mailtje aan info@ark.eu o.v.v. ‘Nieuwsbrief Ooijse Graaf’.